Twee vrouwen

Voor me op straat lopen twee vrouwen. Ze stoppen zonder aanwijzing en draaien gelijktijdig om. Ze kijken me beide aan. Ik draai me om, om te kijken of er nog iemand achter me loopt. De straat is verder leeg. Ik kijk weer naar de beide dames. De en dame is blond en de andere een brunette. De brunette neem het woord. Hallo zie ze riep je. Ik kijk de beide dames verwonderd aan, en schudde mijn hoofd van nee. De blonde zei ”dat gevoel had ik ook”. Ik dacht ook dat je riep. Bij mij weten heb ik niet geroepen zei ik. Ik loop naar de beide dames toe. Vreemd zeiden ze beiden, en schoten in de lach. Wat ook vreemd is zei de brunette “dat we beide hetzelfde gehoord hebben”. Zonder af te spreken hebben we beide gelijktijdig gedraaid. Ik kijk de beide aan en wist niets daarop te zeggen. Heb ik je wel eens eerder gezien vroeg de brunette. Niet dat ik weet, en ik zocht mijn geheugen af naar het beeld van de brunette. Ik kan je nergens bij plaatsen zie ik. “Hoe is je naam” Ik zei mijn naam. Ik kan je naam ook niet ergens plaatsen zei de brunette. Waar ga je naar toe vroeg ze? Ik ga naar de Grand Canyon hangbrug. Ohhh dat is ook toevallig, daar gaan we ook naar toe. Loop je met ons mee? Ja, waarom niet we lopen toch dezelfde weg. De brunette bleef de gehele weg aan het woord, en was duidelijk op iets uit. Ik liep de gehele weg links naast de brunette en naast haar de blondine. Bij de Grand Canyon hangbrug aangekomen moesten we een smal pad op. Zo werden we gedwongen achter elkaar aan te lopen. De brunette nam weer het initiatief en ging vooroplopen. Galant als ik ben liet ik de blonde vrouw voor mij lopen. Terwijl ze me passeerde keek in twee glinsterende ogen. Ik dacht deze ogen heb ik eerder gezien. Ze had een heerlijke geur van parfum om zich heen hangen. Zo te zien droeg ze voor de rest geen make-up. Laten we onderling wat afstand houden zei de brunette. Ze wil zeker niet dat ik te kort op de blondine loop dacht ik. Anders kunnen we tegen elkaar aan lopen als het wat steiler naar beneden gaat zei ze en dat willen we niet, is het zei de brunette. De blondine en ik gaven daarop geen antwoord. Langzaam liepen we naar beneden. De blondine verstapte zich en dreigde te vallen. Binnen twee passen was ik bij haar en ving haar op in mijn rechterarm. Mijn rechterbeen stond voor haar. Haar heerlijke geur dringt in mijn neus, en ik snoof verrukkelijk. Ik zei, jeetje wat ruik jij lekker. We trachten beide weer echt op te komen. De brunette had van het voorval geen notie. Ze wat te druk bezig om op de weg te blijven en zelf niet te vallen. We stonden beide recht, en ze glipte snel uit mijn arm. We glimlachten naar elkaar met glinsterende ogen. We vervolgende onze pad en lopen behoedzaam naar beneden. Onderweg stopte de blondine nog een keer en keek met glinsterden ogen achterom en glimlachte. Ik beantwoorde door terug te glimlachen. De blondine bleef even staan, en even later stond ik achter haar. Wat zei je daarnet vroeg ze zachtjes. Ik moest even terugdenken en zei ”Tjeetje wat ruik je lekker”. Ze keek me met een glimlach aan, en leunde zachtjes tegen me aan. We vervolgde onze weg en kwamen bij de hangbrug aan. Net voor de hangbrug is een grote vierkante ruimte afgezet met een hekwerk. De Brunette stond al te wachten, waar bleven jullie riep ze ongeduldig. De blondine liep de afgezette ruimte binnen en zei niets. Even later stapte ik deze ruimte binnen. En dat we niet bij elkaar liepen beviel de dv blijkbaar. Ze kwam lachend naar me toe. En veegde speels het zweet van mijn voorhoofd. Was het zo zwaar vroeg ze me, met een glimlach. Ik bukte wat om mijn vermoeidheid te tonen, en zuchtte diep. De blondine stond wat verlaten de ravijn n te staren en zei nog steeds niets. Ik hoor het al zei de brunette, Je conditie is niet zo goed zo te horen. Het stoorde me, dat ze zo snel conclusies trok, maar zei verder niets en zuchtte nog een keer. Tjonge zei de brunette, en zei tegen de Blondine, veel conditie heeft hij niet is het wel? De blondine zei “Ik zou het niet weten, hij heeft de hele weg achter me aangelopen”. Ik heb echter niets gehoord van zuchten of steunen. De blondine liep op de brunette af en zie ”laat hem maar even op adem komen”. En terwijl ze achter de brunette stond gaf ze me een knipoogje. Gaan we gelijktijdig over de hangbrug vroeg de brunette, en keek me verwachtingsvol aan. Ja dat is goed zei ik met een diepe zucht. De vermoeidheid is nog steeds niet over zo te horen zei de brunette. Zal ik maar vooroplopen, dan gaat het niet zo snel zei ik. Ja “doe maar”, zie de brunette, Ohhh ja mijn naam is Zus en Hoe heet jij. Ik keek haar verwonderlijk aan maar zei niets. Ik dacht “bij onze ontmoeting heb ik mijn naam gezegd”, en de beide dames niet. Je naam is dus Zus, zei ik. Ja zei ze lachend, “mooie naam hé”. Ik begon de hangbrug op te lopen, met achter me Zus in mijn kielzog. Langzaam liepen we over de hangbrug. Al snel kwamen we in het midden van de hangbrug in zicht. Deze was gemarkeerd met een wit/rood lint. Op het lint stond geschreven, ”Point of no return” Langzaam komen de dames naar het middelpunt. Samen staan we naar beneden te kijken. De diepte van het ravijn is bijna angstaanjagend. Maar wat er voor de rest te zien is, is overweldigend mooi van kleur en pracht. Je ziet roofvogels vliegen, een waterval op het einde langs de steile wand. Diverse planten en Orchideeën met diverse kleuren. Vooral de blauwe kleur is te zien. Ik sta ademloos naar deze pracht te kijken, en heb niet in de gaten dat Zus langs me probeert te komen. Ze drukt me in de touwen, en loopt langs me en gaat rechts naast me staan. Ze zegt kom Joh laten we verder lopen. Ze heeft duidelijk geen oog voor dit wondermooi schouwspel. Kom nauw zegt ze, en ongeduldig trekt ze aan mijn mouw. Ik kijk ze boos een, en geschrokken laat ze me los. Ik weet niet wat ze in mijn ogen gelezen heeft, maar ze liet wel los. Ze kijkt een beetje angstig om zich heen. Ze zoek steun bij haar vriendin. Ga je mee zegt ze tot haar vriendin. Ga maar zegt de Bv anders moet ik me langs “Frans” heen wringen. Ik wil hem niet storen bij zijn observatie van al die mooie dingen die hier te zien zijn. Zie je ze niet Zus zei de Bv. Iet wat geïrriteerd zegt Zus. Nee “Corrie” ik zie ze niet. Boos loopt ze langzaam en zeker naar het einde van de hangbrug. Ik kijk naar Corrie en zegt “dank je wel”. Ik kijk weer het ravijn in, naar al die natuurlijke mooie dingen. Corrie komt langzaam dichter bij me staan, en zegt: Vind je dit erg vraagt ze me zacht en met een glimlach. Ik kijk haar glimlachend aan en gaf haar een zacht knijpje in haar bil. Ze glimlacht nog iets harder, en haar ogen glinsteren nog meer. Samen staan we nog enkele minuten te kijken. Ik merkte dat ze geen haast heeft om verder te lopen. Zus roept vanaf de kant “schiet nou toch op”. Dit duurt te lang, kom op! Het is duidelijk dat Zus geen rust in der hoofd heeft. Maar je niet zo druk zegt Corrie rustig, Ik kom zo. Het is nu weer rustig op de hangbrug. Het enige wat je hoort is het ruisen van de wind en je eigen hartslag. Samen staan we, zonder iets te zeggen, een tijdje naast elkaar Op de rand van het ravijn loopt Zus onrustig heen en weer. Ze kijk af en toe venijnig naar het midden van de hangbrug. Ik lat niet merken dat ik dat zie en Corrie ook niet. Terloops zegt Corrie lekker rustig hé. Ja, lekker, zo kom je tot rust. Ik kijk Corrie vluchtig met een glimlach aan. Onze ogen ontmoeten elkaar vluchtig en er is een ontspannen sfeer. Ik Ga rechtop staan en draai me om. Langzaam loop ik naar het einde van de hangbrug. Corrie loopt ontspannen achter me aan. Bij het einde van de hangbrug aangekomen, roept Zus van de kant. “Het werd wel tijd”, en kijk Corrie boos aan. Corrie negeert deze blik en loopt naar een bank en gaat rustig zitten. Hierdoor reageert Zus nog bozen dan ze al is. Je doet net alsof we tijd zat hebben. We moeten nu verder, want we hebben nog erg veel te doen! Hoe bedoel je zegt Corrie. Nou precies wat ik zeg we hebben erg veel te doen. We moeten weg, zegt ze gehaast! Hoezo, daarstraks aan de andere kant van het ravijn had je ook geen haast.